Waarom de grootste Hasselaar maar om de 7 jaar een frisse neus haalt?
Op de bovenste etage van Het Stadsmus slijt een grote, vriendelijke reus zijn dagen. En neen, we hebben het niet over die kindvriendelijke versie van Roald Dahl. Deze reus draagt een zilveren harnas met gouden accenten en een rode cape. Hij wacht telkens geduldig zeven jaar tot hij weer een keertje buiten mag. Of ontsnapt hij toch af en toe stiekem eerder uit zijn schuilplaats?
Geschiedenisboeken
Net zoals in veel volksverhalen wijst de oorsprong van dit reuzenmysterie richting de middeleeuwen. In het register van Het Smedenambacht staat in 1499 een vreemd opschrift vermeld:
van den man Goliam te draghen V st;
aan den man ghemaeckt ende verdient VI st;
van lijnen laken aen Golias tessche V st.
Goliam blijkt een reuzengrote pop te zijn, die langzaamaan verandert in de huidige Langeman, aka Don Christoph. In lijn met zijn identiteitscrisis wisselt de reus doorheen de eeuwen verschillende keren van naam en kledij.
Vanaf 1515 verschuift de verantwoordelijkheid over de reus van het smedenambacht naar de rederijkerskamer De Roode Roos. Vanaf 1701 lijkt hij zich in de hoedanigheid van reus Goliath te vertonen op de Virga Jessefeesten. Na 1792 sterft hij een stille dood op de zolder van de Roode Roos, maar vanaf 1810 vertoont Langeman zich in zijn huidige vorm om de zeven jaar op de Virga Jessefeesten. Daar houdt hij een oogje in het zeil bij de verdeling van de ‘Hesselse ertesop’.
De kleren maken de reus
Vanaf 1639 blijkt dat de reus ook een luchtje schept bij stadsbezoeken van geestelijke en koninklijke leiders. In dat jaar ontmoet hij op hoffelijke wijze prins-bisschop Ferdinand van Beieren. Veel later, in 1856, hobbelt hij over de Hasseltse keien om Leopold I en de koninklijke familie feestelijk te ontvangen.
Om die hoogheden te ontmoeten, krijgt Don Christoph in de loop der jaren de nodige opknapbeurten. In verschillende stadsrekeningen van die tijd duiken ‘extraordinaris costen’ op, die terugwijzen naar de kosten van nieuwe karkassen en kleren voor onze grote vriend. Zijn outfits kon je natuurlijk niet zomaar ergens in een etalage zien, zelfs niet in een modestad als Hasselt. In 1810 krijgt hij zijn definitieve vorm dankzij kunstenaar Melchior Tieleman.
Wereldberoemd
Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog duikt de reus onder. Dat de Langeman in die tijd een veelbesproken wereldfiguur is, blijkt uit zijn passage in de Brooklyn Daily Eagle in 1926. In die New Yorkse krant schrijft een journalist: “He watched over his people even during the hard days of the Great War; Don Christopher is immortal!” Of hoe hij een wereldwijd symbool werd voor de vechtlust en standvastigheid van de Hasselaren.
Officieel verlaat Langeman om de zeven jaar zijn schuilplek. Maar de geschiedenis leert ons dat hij af en toe, naast de koninklijke bezoeken, zijn houten kist in Het Stadsmus ontvlucht voor familie-onderonsjes. In 2020 gingen er beelden rond van Don Christoph die de verjaardag van zijn petekind Gigantius in Maastricht vierde. De reuzencultuur in de Lage Landen is soms moeilijk te verklaren, maar de poppen blijken emotioneel verbonden.
Geen zin om te wachten tot 2024 om de reus in ridderkostuum te bewonderen op de Virga Jessefeesten? Spot hem dan al gedeeltelijk op de hoogste verdieping van Het Stadmus. Daar wacht hij geduldig in zijn houten kist tot hij weer een frisse neus mag halen.
Zin in een ander ritje langs de Hasseltse geschiedenis? Ontdek alle moet-je-weetjes hier.